www.professorvanmourik.nl - 15-09-2004 | ||||
Relatieproblemen II
In de ligstoel of op de strandhanddoek laat menige gehuwde persoon zijn gedachten heimelijk gaan over de staat waarin zijn huwelijk zich bevindt. Thuis is het niet alles maar de sleur van het dagelijkse leven verhindert dat diep wordt nagedacht over de relationele toestand. Het is overal wel iets, dus waarom te veel getobd. Maar zie wat hier, met het mooie weer, zoal paradeert en bedenk hoe snel het leven voorbij gaat! Waar is de levensvreugde gebleven? Valt niet te overwegen een andere weg in te slaan? Zeker, het gras van de buren is altijd groener en het bezit van de zaak is het einde van het vermaak. U zoekt het maar uit. Ik heb het genoegen u vandaag te wijzen op enige juridische gevolgen van de beslssing de pannen er op te leggen. Voorstelbaar is dat een besluit tot echtscheiding in goed overleg wordt genomen. De relatie is duurzaam ontwricht en er is geen uitzicht meer op normale echtelijke betrekkingen. Als men het ook eens is over het huis, de inboedel, en ander vermogen, over eventuele alimentatie en de omgang met eventuele minderjarige kinderen kan de echtscheiding in enkele maanden een feit zijn. De procedure loopt wel via de rechter maar kan schriftelijk, met behulp van een advocaat, worden afgedaan. De zogenaamde 'flitsscheiding', waarbij een huwelijk eerst wordt omgezet in een geregistreerd partnerschap, verloopt niet veel sneller. De kans bestaat echter dat reeds de enkele mededeling dat u hebt besloten tot echtscheiding, bij de ander een grote emotionele schok teweeg brengt. De kracht van de schok zou u wel eens behoorlijk kunnen hebben onderschat en de gevolgen kunnen zich vele jaren doen gevoelen. De procedure tot echtscheiding en al hetgeen daarmede te maken heeft, kan een onuitputtelijke bron van ellende worden. En ook de kinderen zouden wel eens heel anders kunnen reageren dan u verwacht. Daargelaten dat echtscheiding kinderen sowieso niet onberoerd laat, ook al werden zij nogal eens geconfronteerd met de echtelijke spanningen. Als de samenwoning tussen echtgenoten, vooruitlopend op de scheiding, redelijkerwijs niet meer kan worden voortgezet, kan aan de rechter worden gevraagd 'voorlopige voorzieningen' te treffen. De rechter kan dan beslissen dat een van beide echtgenoten het huis dient te verlaten. Meestal is dat de man, aangenomen dat de vrouw in overwegende mate de zorg heeft voor de kinderen. Ook kan door de rechter worden vastgesteld welk bedrag de ene echtgenoot maandelijks aan de andere echtgenoot moet betalen voor levensonderhoud en voor verzorging en opvoeding van de kinderen. De rechter kan een verder een regeling treffen aangaande de omgang van de vertrokken ouder met de kinderen. De voorlopige voorzieningen zijn 'ordemaatregelen'. Zij zijn niet beslissend voor de uiteindelijke financiële afloop. Die wordt als het enigszins kan, vastgelegd in een 'echtscheidingsconvenant.' Maar of het tot een dergelijke overeenkomst komt, is niet zeker. Tegen een verzoek om echtscheiding kan men zich praktisch niet verweren. Het doet er ook niet toe of de verzoeker schuld heeft aan de ontstane toestand of dat hem iets te verwijten valt. De wet gaat er van uit dat, waar er twee vechten, er ook twee schuld hebben. Dat is natuurlijk niet altijd zo, maar de rechter voelt er terecht niet voor te onderzoeken welke feiten aan de ontwrichting van de relatie ten grondslag liggen. Hoewel dat vaak wel interessant kan zijn. In de praktijk wordt veelal eerst getracht een echtscheidingsconvenant tot stand te brengen alvorens over te gaan tot indiening van het echtscheidingsverzoek. Een dergelijke vereenkomst regelt de gevolgen van de echtscheiding en kan met de hulp van een notaris, een advocaat of een mediator tot stand komen.Lukt dat niet, dan kan weliswaar de echtscheiding spoedig tot stand komen maar dan is daarmede de ellende nog lang niet voorbij. Talloos zijn de procedures over de financiële afwikkeling van het huwelijk en over alimentatie. Vele jaren, veel advocaten en veel euro's kunnen ermee gemoeid zijn. Echtscheiding is meestal geen pretje..Ik zou er dus nog maar eens goed over nadenken. Maar ja, wie ben ik. | ||||
Prof. Mr. M.J.A van Mourik © 15-09-2004 |