Aansprakelijkheid voor dieren

Wij delen het gebruik van deze aarde met dieren van allerlei aard. Er zijn wilde en minder wilde dieren maar ook huisdieren en knuffeldieren. De meeste van deze laatste zijn tam, hoewel er af en toe een zonderling een leeuw of krokodil als huisdier meent te moeten houden. Van lang niet alle tamme dieren is het gedrag steeds goed voorspelbaar. En dus levert de omgang met dieren vaak risico's op. Dat is niet het geval met een goudvis of een kanarievogel maar wel met een aap en bepaalde hondensoorten.

Dieren worden ook gebruikt voor sportieve doeleinden. In het bijzonder het paard is geliefd. Renbanen en maneges getuigen daarvan. Vooral de ruitersport is populair, niet in de laatste plaats door de successen van de rasechte Brabantse Anky van Grunsven.
Regelmatig gebeuren in het kader van deze ruitersport ongelukken. Het ene paard slaat op hol en het andere stijgert. En niet zelden leidt dat tot botbreuken en ander ongemak bij de in het zand getuimelde ruiters. Wie is voor de schade aansprakelijk?

Als we het over aansprakelijkheid hebben, denken wij in Nederland ook altijd aan verzekeringen. De vraag wie aansprakelijk is, is dus ook interessant bij het beantwoorden van de vraag wiens verzekering de schade dekt. Problemen rijzen dan ook vaak als een van de betrokken partijen niet of onvoldoende verzekerd is maar wel de schuld in de schoenen krijgt geschoven.

Uiteraard regelt de wet hier iets over. Als hoofdregel geldt dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het beest aangerichte schade. Dat noemen we risicoaansprakelijkheid. Als u met de hond aan het wandelen bent en het dier bijt een argeloze passant in diens been, komt dat voor uw risico en draait u op voor de schade. Dat spreekt vanzelf. Maar als die passant de aangelijnde hond met provocerende gedragingen tergt, ligt dat anders.
De bezitter van de hond is immers niet aansprakelijk als hij de controle over het dier had, bijvoorbeeld doordat het beest kort aangelijnd was, en degene die de schade heeft geleden deze aan zichzelf te wijten heeft. En ook als een waakhond een inbreker in zijn been bijt, hoeft u geen aansprakelijkheid te duchten.

Maar nu het geval van de paardrijles. De manegehouder is de bezitter van het paard waarop de amazone haar rondjes draait. Zonder een aanwijsbare oorzaak maakt het paard een onverwachte beweging waardoor het meisje ter aarde stort en een gecompliceerde beenbreuk oploopt. Twijfel over de aansprakelijkheid hoeft hier niet te bestaan. De manegehouder is als bezitter van het paard aansprakelijk. Maar nu het geval waarin tijdens een buitenrit het paard schrikt van een straaljager en op hol slaat. De bezitter van het paard kan niet verhinderen dat straaljagers door de geluidsbarrière gaan. Maar is hij nu toch aansprakelijkheid voor de door het dier aan het berijdster berokkende schade? Als het paard van de schrik een deuk in een auto trapt, zal aan aansprakelijkheid niet kunnen worden ontkomen. Maar geldt voor iemand die op een paard gaat zitten niet dat hij het risico dat daarmede is verbonden vrijwillig aanvaard? De Hoge Raad oordeelde onlangs dat ook in dit soort gevallen de managehouder voor de schade opdraait. De risicoaansprakelijkheid gaat dus ver


Prof. Mr. M.J.A van Mourik
© 17-11-2004

terug print