Huis kopen
Personen die met elkaar, al dan niet gehuwd, samenwonen, gaan tegenwoordig veelal als twee-verdieners door het leven. Reeds vele jaren is het beleid er op gericht dat beide partners tegen betaling arbeid verrichten. Dat komt de emancipatie en de economie ten goede. Huishoudelijke, verzorgende en opvoedende arbeid wordt helaas niet voor vol aangezien. De sociale en psychologische aspecten van het twee-verdienen worden voor de betrokken partners eenzijdig belicht. Aanvankelijk werd het niet uitgesproken onbehagen vaak gecompenseerd door het feit dat twee inkomens voerden tot ruimere bestedingsmogelijkheden. Maar inmiddels is de lol over, althans voor degenen die een leven met kinderen op prijs stellen. De jachtigheid die het moderne bestaan kenmerkt, leidt in toenemende mate tot stress en spanningen in het gezin. Maar ook in financieel opzicht valt het thans inmiddels allemaal wat tegen. De kosten van kinderopvang slokken een steeds groter deel van het inkomen op. De bereidheid van de belastingbetaler om voor andermans kinderopvang te betalen, blijkt gering. Er zijn grotere noden in het land. En de werkgevers zijn ook niet al te scheutig. De financiële gezinshuishouding wordt ook verstoord doordat peuters en kleuters tegenwoordig worden omringd met materiaal dat dermate luxe en kostbaar is dat het schaamrood je op de kaken komt als je net uit Afrika terug bent. Trouwens, ook de twee auto's voor de deur kosten een paar centen, afgezien van de enorme kosten van de files. Deze zijn vooral ontstaan doordat twee verdieners ieder met hun eigen auto op pad gaan. Een onaangenaam neveneffect van het bereiken van het emancipatie-ideaal is ook dat op de huizenmarkt de vraagprijzen zijn aangepast aan de financieringsmogelijkheden. Eenvoudige huizen verdubbelden in enkele jaren in prijs en zij werden om die reden ook aangepast aangeprezen. Wat eens een eenvoudig vrijstaand huis was, heet nu 'stadsvilla'. Een huis met een tuintje van 100 vierkante meter waarin tien stronken boerenkool kunnen opgroeien, word aangeprezen als ware het een landgoed. De financieringsmogelijkheden bepalen in belangrijke mate de prijzen op de huizenmarkt. Naar mate de rentestand lager is, kan meer worden geleend. De huizen-verkopers hebben dat goed door en verhogen de huizenprijzen tot de pijngrens. En aangezien vele makelaars ook goede banden onderhouden met geldverstrekkers of hun tussenpersonen, is het duidelijk dat de eenvoudige koper vaak wordt gedegradeerd tot een hoopje zieligheid. De verkoper en de geldverstrekker gaan er opgewekt met de buit vandoor. De rente die moet worden betaald op de geldlening die diende ter financiering van het huis, is in beginsel volledig aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Sinds 1 januari 2004 is evenwel een belangrijke beperking aangebracht die kan leiden tot een druk op de huizenprijzen. Vanaf die datum geldt de zogenaamd 'bijleenregeling'. Het gaat daarbij om de financiering van een tweede op verder huis. Grof gezegd houdt de regeling in dat voor een bedrag gelijk aan de winst die werd behaald bij de verkoop van het eerdere huis, geen geld kan worden geleend waarvoor renteaftrek wordt genoten. Deze verkoopwinst vormt de zogenaamde 'eigen woningreserve'. Deze blijft vijf jaar in stand. Wie dus na de verkoop van zijn huis gaat huren of zich in het buitenland vestigt, kan pas na vijf jaar weer volledig financieren met renteaftrek. De indertijd behaalde winst vormt dan geen eigen woningreserve meer. De bijleenregeling wil onder meer tegengaan dat iemand met de behaalde winst bijvoorbeeld aandelen of een auto gaat kopen en het nieuwe huis opnieuw volledig financiert met geleend geld. Investering in het eigen huis wordt zo terecht aangemoedigd. De bijleenregeling geldt uiteraard ook voor partners. Ieder van hen krijgt er mee te maken als het huis op naam van beiden staat. Na echtscheiding of verbreking van de niet-huwelijkse relatie kan de wijze van financiering van een nieuwe woning er dus door worden beïnvloed. Het zal dan wellicht verstandig zijn, de bij de verkoop van het oude huis behaalde winst te investeren in het nieuwe huis. Het leven wordt er niet eenvoudiger op! | ||||||
Prof. Mr. M.J.A van Mourik © 14-01-2004
|